Home Verhaal Fotoboek Discussiegroep



Overvalploeg Didam
> Algemeen
> Situatie Didam op 10 mei 1940
> Personele sterkte NL
> Instructies personeel
> Overvalploeg Westervoort
> Opzet overvalploeg
> Uniformen overvalploeg
> Nederlandse hulppersonen
> Brandenburger vrijwilligers
> Ic-dienst/ Feindnachrichten OKW

Bronmateriaal
> Kaderlijst NL
> Tijdtafel 9/10 mei 1940

Verhalen en verslagen
> Verslag C.-22 G.B.
> Verslag C.-2-22 G.B.
> Verslag C.-1e-2-22 G.B.
> Verslag C.-3-22 G.B.

> Dagboek Klaas Kaspers
> Dagboek Henk Vernij
> Verklaring H. Vernij
> Verklaring W. Nova
> Verklaring van Zuuren

Kaartmateriaal
> Stafkaart Arnhem en omgeving 1933
> Vuurplan IJssellinie/Westervoort
> Duitse opmars IJssellinie Zuid

Personen
> Sergeant Klaas Kaspers

Organisaties
> NSBND
> Duitse inlichtingendienst
> Abwehrabteilung II


 

Ic-dienst/ Feindnachrichten OKW



De Ic-Dienst van het OKW was verantwoordelijk voor de informatievoorziening uit het vijandelijk gebied. Van hoog tot laag waren Ic officieren ingedeeld bij de diverse eenheden die nauw contact met elkaar en met de plaatselijke (onderdelen van de) Abwehstellen onderhielden.

Werking van de Ic-dienst en de betrokken partijen.

De informatie vanuit Nederland stroomde via Abwehr I in Berlijn en de lokale Abwehrstellen binnen bij de Heeresgruppe en het Armee Oberkommando (AOK) waarna het verder doorsijpelde door de Ic organisatie naar de lagere echelons. Andersom werden via de Ic dienst directe vragen uit de lagere echelons doorgesluisd naar o.a. de Abwehrstellen. De gevechtseenheden in het veld waren op 10 mei 1940 dan ook betrekkelijk goed op de hoogte van de omstandigheden van het terrein, de situatie bij de tegenstander, mogelijke linies, versperringen, hindernissen, etc.

De Ic-Dienst van de OKW, niet te verwarren met die van de Sicherheitsdienst, was van oudsher van hoog (Heeresgruppe en AOK) tot laag (Bataljon) in de staven van de legeronderdelen vertegenwoordigd.

AOK
De Ic-Dienst bij de staf van een Armeeoberkommando bestond normaal gesproken uit een Ic Generalstabsoffizier die een Feindnachrichtenabteilung aanstuurde en die o.a. de beschikking had over een Gruppe Geheimer Feldpolizei. Als adjudant stond hem in de regel een officier terzijde. Voor Westervoort en omgeving was dat de Heeresgruppe B; AOK 18.

AK
De Ic-Dienst bij de staf van een Armeekommando was wat betreft indeling en sterkte vrijwel gelijk aan die van AOK. De Ic-offizier van het AK had regelmatig contact met de Abwehr en dan met name met de Gruppe I van de Abwehrstellen in de Wehrkreis waar de divisie zich op dat moment bevond. De Ic stabsoffizier publiceerde doorgaans een Nachrichtenbald waarin hij de vijandelijke situatie voor het (toekomstig) operatiegebied van het AK in beschreef. Bijvoorbeeld het bericht van 19 december van de Ic waar onder andere in stond dat de camouflagekleuren op de rivierkazematten van Fort Westervoort te scherp afstaken tegen de achtergrond. (link) Bij het 10. Armeekorps (X.AK) was als Ic-offcier ingedeeld Rittmeister (Kdrt.z.Gen.-Stab) Boriss en zijn adjudant: Hauptmann d.R. von der Decken.

Divisie
Bij de staf van de divisies was een Ic officier ingedeeld die een eigen Feindnachrichtenabteilung had. Hij gaf met enige regelmaat in samenwerking met AOK en de Abwehrstelle waar de eenheid op dat moment lag, een Nachrichtenbald uit voor het (toekomstig) operatiegebied van zijn divisie. Deze Ic-Stabsoffizier stelde de stukken op naar aanleiding van eigen informatie, specifieke informatie uit Berlijn alsmede op basis van de Feindnachrichtenblatter van de Ic van het AK. Hij verzorgde ook de verdere distributie van de informatie naar de lagere echelons. De Dritte Generalstabsoffizier Ic-offizier bij de 207e Infanterie Divisie (207 ID.) was Hauptmann i.G. Rechlin.

Regiment
De derde stabsoffizier (Ic, Nachrichtenoffizier) van elk regiment / Standarte werd belast met het verzamelen van de militaire inlichtingen voor de staf van het Regiment. Die informatie was geheim en slechts bestemd voor die officier en zijn naaste medewerkers. De eerste stabsoffizier (Ia, adjudant van de commandant) van elk regiment / Standarte was verantwoordelijk voor alles wat met de organisatie van het regiment en de onderdelen te maken had, waaronder verspreiden van bevelen, opleiding, transport, inkwartiering, etc. In een enkel geval kwamen in de bevelen ook onderdelen voor waarin informatie over het vijandelijk gebied stond.

Bataljon
Bij de staf van een bataljon was een Ordonanzoffizier aangesteld die het verzamelen van militaire inlichtingen onder zijn hoede had. Hij ontving de informatie voornamelijk uit de Feindnachrichtenblatter die hij van de Ic van het Regiment, de divisie en/of het AOK kreeg.

Abwehrabteilung I en de Abwehrstellen
De Ic-Stabsoffizier van het AK en de divisie stonden in nauwe verbinding met de Abwehrabteilung I in Berlijn. Abwehrabteilung I (Nachrichtenbeschaffung) was gericht op spionage in ruime zin. De hoofdafdeling hadden eigen onderafdelingen. Deels was er onderling overlap van autonomie van de afdelingen en van gebieden. De coördinatie verliep altijd via het Hoofdkwartier zodat de diensten elkaar zo min mogelijk tegenwerkten. Een dergelijke structuur garandeerde enerzijds dat bij ontdekking van een deel niet de hele structuur bekend werd en anderzijds was er voldoende sturing om te voorkomen dat zaken dubbel werden gedaan. Daar kwam bij dat taken gemakkelijk konden worden overgenomen door andere afdelingen of Abwehrstellen. Bij dit alles was er ook een zekere mate van concurrentie tussen afdelingen en diensten.

De eigenlijke werkzaamheden, opdrachten aan agenten en het verzamelen van informatie, verliep voornamelijk vanuit de Abwehrstellen en de Kriegsorganisationen. Voor Nederland waren dat de Abwehrstelle Hamburg, de Abwehrstelle Munster, Nebenstelle Bremen en Kriegsorganisation Niederlande (KON). De indeling van de Abwehstellen was vrijwel een miniatuur van die van het Hoofdkwartier waarbij de leider van elke afdeling steeds rechtstreeks rapporteerde aan Berlijn en aan de leider van de Abwehrstelle.

In de periode 1939/1940 was de Abteilung I van de AST Munster, AST Hamburg en Nebenstelle Bremen voor wat betreft Nederland grotendeels ondergebracht bij de Kriegsorganisation Niederlande (KON). Ook deze kende organisatorisch vrijwel eenzelfde indeling als die van een Abteilung I bij een AST. De werkwijze van de agenten van deze organisaties is naar zijn aard niet altijd even goed bekend en het mag duidelijk zijn dat slechts een fractie daarvan bekend werd uit rapporten.

Uit hetgeen wel bekend is blijkt wel dat er inlichtingen zijn verzameld met hulp van luchtfoto's, door infiltratie bij de staven van legeronderdelen tot en met de Nederlandse generale staf, door verkenningen van Wehrmacht officieren ter plaatse, verkenningen door agenten ter plaatse en verkenningen door de leden van de overvalploegen voorafgaand aan de inval.

Akte Holland
Op 7 december 1939 gelastte de medewerker Ia van de 207. ID, waarbij ook de SS Standarte Der Fuhrer tijdelijk werd ondergebracht, dat de Ic Bearbeiter tot op bataljonsniveau een Akte Holland - Geheime Kommandosache - aan moest leggen waarin de geheime inlichtingen over de voorgenomen inzet in Nederland zouden worden verzameld. De Akte Holland was in feite een verzameling mededelingen Nachrichtenblatter Holland over de vijand op divisie- en Armeekorpsniveau. De informatie kwam van agenten van de Abwehr I (spionage). De rapporten werden vrijwel wekelijks uitgebracht en gaven een betrekkelijk nauwkeurig beeld van de toestand rondom de IJssel en het grensgebied.

Een Feindnachrichtenblatt (zie voorbeeld) werd doorgaans wekelijks of vaker opgesteld met daarin puntsgewijs de bevindingen van de spionnen/ agenten opgenomen. Veelal werden ook losse meldingen van agenten en of samenvattingen van meldingen door de Ic lijn naar de staven van de bataljons gevoerd. Daarnaast stelde de AST Munster tekeningen en kaarten beschikbaar, bijvoorbeeld hoogtebepalingen in verband met inundaties, of locaties van voetveren, pontveren, etc. Logischerwijs werden ook de voorbereide versperringen uitvoerig beschreven.

< Brandenburger vrijwilligers



 
Gebruiksvoorwaarden Colofoon Copyright 2014-2016 J.F.D. Bruinsma, bijgewerkt op 22 december 2016