Infanterie Regiment compagniestaf (29 man)


Infanterie Regiment compagniestaf

Commandogroep, compagniescommandant,
1 sergeant toegevoegd, 2 tamboers, 2 ordonnans, 4 optische seiners, 1 mitrailleurhersteller, schoenmaker en kleermaker (13 man)


Geneeskundige groep , 1 ziekenverzorger, 3 ziekendragers (4 man)

Administratieve groep, SMA, fourier en facteur (3 man)

Korpstrein, 1 menagemeester, 1 kok, 3 bijkoks, 3 rijders van de bok, reservepersoneel, (9 man)
(proviandwagen met rijder van de bok alleen bij 23-46 RI)






Bij de staf van een tirailleurcompagnie van het regiment infanterie was de gewenste personele bezetting als volgt:



Commandogroep:


Compagniescommandant:
Aan het hoofd van de (tirailleur) compagnie van een Regiment Infanterie stond doorgaans een kapitein.

Sergeant toegevoegd :
Bij de commandogroep was een toegevoegd onderofficier, meestal sergeant.

Tamboer 1:
Bij de commandogroep waren twee tamboers, meestal korporaall, soms een sergeant.

Tamboer 2:
Bij de commandogroep waren twee tamboers, meestal korporaall, soms een sergeant.

Ordonnans 1:
Er waren twee Ordonnansen voor het per fiets overbrengen van berichten wanneer de telefonische en telegrafische verbindingen wegvielen, meestal een soldaat, soms een korporaal.

Ordonnans 2:
Er waren twee Ordonnansen voor het per fiets overbrengen van berichten wanneer de telefonische en telegrafische verbindingen wegvielen, meestal een soldaat, soms een korporaal.

Optische seinier 1:
Er waren vier optische seiners voor de verbinding van de compagniescommandopost met het bataljon en de hogere echelons. De seiner was meestal een soldaat, soms een korporaal.

Optische seinier 2:
Er waren vier optische seiners voor de verbinding van de compagniescommandopost met het bataljon en de hogere echelons. De seiner was meestal een soldaat, soms een korporaal.

Optische seinier 3:
Er waren vier optische seiners voor de verbinding van de compagniescommandopost met het bataljon en de hogere echelons. De seiner was meestal een soldaat, soms een korporaal.

Optische seinier 4:
Er waren vier optische seiners voor de verbinding van de compagniescommandopost met het bataljon en de hogere echelons. De seiner was meestal een soldaat, soms een korporaal.



Geneeskundige groep


Bij de groep was raderbaar ingedeeld; een brancard op wielen, die gebruikt kon worden om de gewonden af te voeren in de geneeskundige keten.

Ziekenverzorger:
Aan de geneeskundige groep was een ziekenverzorger verbonden, meestal een korporaal, een soldaat.

Ziekendrager 1:
Aan de geneeskundige groep waren drie ziekendragers verbonden, meestal een soldaat, soms een korporaal.

Ziekendrager 2:
Aan de geneeskundige groep waren drie ziekendragers verbonden, meestal een soldaat, soms een korporaal.

Ziekendrager 3:
Aan de geneeskundige groep waren drie ziekendragers verbonden, meestal een soldaat, soms een korporaal.



Administratieve groep


Sergeant majoor administrateur:
Aan de administratieve groep was een sergeant majoor administrateur verbonden.

Fourier:
Aan de administratieve groep was een fourier verbonden, meestal een sergeant fourier.

Facteur:
Aan de administratieve groep was een facteur verbonden, meestal een soldaat, soms een korporaal. Hij verzorgde de veldpost voor de compagnie.



Korpstrein


De korpstrein van de (tirailleur) compagnie van een regiment infanterie bestond uit een munitiewagen, een gereedschapswagen, een keukenwagen en bij de regimenten 23-46 was een proviandwagen met 2 paarden en een rijder van de bok ingedeeld.

Sergeant menagemeester:
De commandant van de korpstrein was meestal een sergeant.

Kok:
Aan de keukentrein was een kok verbonden, meestal een soldaat, soms een korporaal.

Bijkok 1:
Aan de keukentrein waren twee bijkoks verbonden, deze waren meestal soldaat, soms korporaal.

Bijkok 2:
Aan de keukentrein waren twee bijkoks verbonden, deze waren meestal soldaat, soms korporaal.

Rijder-van-de-bok munitiewagen: Meestal een soldaat, soms een korporaal. Doorgaans kwamen deze van een RVA; vredesregiment artillerie.

Rijder-van-de-bok gereedschapswagen: Meestal een soldaat, soms een korporaal. Doorgaans kwamen deze van een RVA; vredesregiment artillerie.

Rijder-van-de-bok keukenwagen: Meestal een soldaat, soms een korporaal. Doorgaans kwamen deze van een RVA; vredesregiment artillerie.

Rijder-van-de-bok proviandwagen: Meestal een soldaat, soms een korporaal. Doorgaans kwamen deze van een RVA; vredesregiment artillerie. Alleeen bij de regimenten 23-46.

Reservemanschap 1: Meestal een soldaat, soms een korporaal.

Reservemanschap 2: Meestal een soldaat, soms een korporaal.